Zelfmoord. Nogmaals zo’n vreselijk woord. Gisterenavond probeerde m’n papa me 5 keer na elkaar te bellen. Iets wat hij normaal gezien nooit doet. Het eerste gedacht dat door mijn hoofd flitste, was dan ook: ‘Wie is er dood?’. Maar aangezien mijn grootouders al overleden waren, en de rest van de familie te jong was in mijn ogen, liet ik die gedachte al snel los. Zoiets kon toch niet? Vanzodra ik kon, belde ik hem terug. Papa wist me, serieus aangedaan, het verpletterende nieuws te melden: Kjartan, mijn 19-jarige neef, heeft zelfmoord gepleegd. Details rond het hoe laat ik in het midden, uit respect voor zijn 4 broers en ouders.
Maar het vreselijke nieuws blijft door mijn hoofd spoken. Over het waarom tast ik nog in het duister. Er zou een brief zijn, dus ik hoop oprecht dat zijn afscheidswoorden een troost gaan zijn voor zijn ouders & broers.
Bij een zelfmoord onderga je een scala aan emoties: onbegrip (‘Waarom in hemelsnaam?’), schrik (tegen mijn lief ’s avonds: ‘Durf zoiets nooit te doen hé’), verdriet (‘Ik ga de jongen missen die ik ooit heb gekend, en de man die ik nooit zal kennen’) en schuldgevoel (‘Had ik maar…’).
Elk van die emoties is de afgelopen 24u door mijn lijf & hoofd gegaan. Vooral het schuldgevoel.
Je moet weten dat sinds de dood van mijn grootouders, ik minder contact heb gehad met mijn neven. Je kent het wel: grootouders zijn al eeuwen de lijm die een familie samenhoudt. Doordat ik zover woon (op 1,5u rijden) en omdat papa zelf ook niet zodanig veel contact heeft met zijn familie en vooral in de weekends werkt (you know, de momenten die ik vrij heb), heb ik het toegelaten om te vervreemden van mijn familie aan papa’s kant.
Ik herinner me enorm goed mijn neefje toen hij zo’n jaar of 5 was. Toen ben ik, op 16 jaar, eens een vakantie babysit van dienst geweest. Ik heb 5 neven langs papa’s kant. Michael is van mijn leeftijd, en dan heb je Andrew, Kjartan, Gael en Ids. Die waren toen tussen 7 jaar en 1 jaar. 4 wildebrassen die me het soms moeilijk konden maken. MAAR, waarmee ik me toen ook goed geamuseerd heb. (Ook al kan je waarschijnlijk m’n eerste grijze haren wel aan deze week toeschrijven).
Punt is, die week was Kjartan diegene op wie ik dikwijls kon rekenen, diegene die het meest behulpzaam was. Een lieve gast, zo zal ik me hem herinneren. Helaas zal ik nooit de man leren kennen die hij geworden is, en nog ging worden.
Had ik maar contact gehouden.
Had ik maar gezien dat hij zorgen had.
Had ik hem maar duidelijk gemaakt dat hij met zijn zorgen bij me terecht kon.
Had ik maar…